Hoe Xavi het Barça-DNA terugbrengt naar Camp Nou
Louis Soetaert
16 apr 2022

Toen Xavi in november de leiding overnam van Koeman, bleef er niet veel over van het Barça dat hij als speler verlaten had. Na het winnen van de triplete in 2015, verliet hij de club van zijn leven. Het Catalaanse publiek zwaaide hem met een indrukwekkende tifo uit richting Qatar. Sindsdien raakte FC Barcelona zowel economisch als sportief in verval. Xavi slaagt er in zijn eerste maanden echter wonderwel in om de Cruijffiaanse voetbalstijl, die hij als kleine jongen in La Masia kreeg aangeleerd en onder Guardiola meesterlijk heeft uitgeoefend, terug naar Camp Nou te brengen. In enkele maanden transformeerde zijn elftal tot een team dat hoge druk, balbezit en positiespel hoog in het vaandel draagt.
Verdedigend
Aanvallende ploegen onderscheiden zich vooral wanneer ze de bal niet hebben. Xavi begreep dit en begon bij aankomst met het installeren van een pressingscultuur die gelijktijdig met het verouderen van de selectie verdwenen was in de afgelopen jaren. De eerste weken verschilde de speelstijl van Xavi vooral in verdedigend opzicht veel van die van Koeman.
Wanneer de tegenstander de bal heeft, wil Xavi hem zo snel mogelijk terug. Om dit te bereiken zet hij de centrale verdedigers van de tegenstander steeds onder druk, zodat zij het spel niet zorgvuldig kunnen opbouwen. Deze druk wordt altijd op dezelfde manier ontplooid. Eén van de twee centrale middenvelders verlaat zijn positie om samen met de spits druk te zetten op de centrale verdedigers. Terwijl de flankspelers zorgen dat de backs niet aangespeeld kunnen worden, schuift Busquets door richting de vrijgelaten centrale middenvelder zodat de tegenstander niet door het centrum kan uitvoetballen. Op deze manier worden alle korte afspeelmogelijkheden van de centrale verdedigers afgedekt met vaak een lange bal als gevolg. Ook bij alle uittrappen van de vijandige doelman worden de korte afspeelopties op deze manier geblokkeerd.
Om de ruimtes tussen de linies klein te houden schuift ook de verdedigende linie hoog op, vaak tot aan de middenlijn. Barcelona bezit met Piqué en Araujo over kopbalsterke spelers die het luchtduel volgend op de lange bal dikwijls winnen. Op deze manier komt Barcelona snel terug in balbezit en kunnen ze een nieuwe aanval starten.
Ook de statistieken tonen aan dat Xavi van Barcelona een heus pressingsmonster maakt. Vergeleken met de wedstrijden onder Koeman dit seizoen, voert Barcelona per wedstrijd 24% meer pressures uit in het aanvallende derde van het veld. Hierdoor heeft Barcelona dit seizoen het laagste PPDA (Passes Per Defensive Action, een goede maatstaf voor de druk die een team uitvoert) van de vijf grote competities: ronduit indrukwekkend.

Deze manier van druk zetten houdt echter ook risico’s in. Aangezien Busquets zijn positie verlaat ontstaat er ruimte tussen het Catalaanse middenveld en de verdediging. Indien ploegen erin slagen om een vrije speler te vinden in deze ruimte, moet één van de centrale verdedigers zijn positie verlaten en ontstaat er ruimte in de as. Snelle spelers kunnen dan diepgaan in de rug van de drie verdedigers die zich ter hoogte van de middenlijn bevinden. Dat de snelheid van oudere spelers zoals Gerard Piqué en Dani Alves al enkele jaren aan het afbotten is, maakt Barcelona nog kwetsbaarder tegen ploegen met een balvaste spits en snelle flankspelers met diepgang in hun spel.

Vooral net na Xavi’s overname waren ze op deze manier kwetsbaar tegen grote ploegen. De uitschakeling in de Champions League kwam er nadat Nagelsmann na enkele minuten begreep dat voetballend uitverdedigen moeilijk was tegen dit Barça. In de ruimte die Busquets in zijn rug liet, stonden met Lewandowski en Müller twee spelers van wereldklasse. Nagelsmann koos ervoor om met een lange bal op deze twee spelers de druk te omzeilen, waarna Sané en Gnabry de grote ruimte in de rug van de verdedigende linie konden uitbuiten. De Catalanen verloren hun grip op de wedstrijd en werden naar de Europa League verwezen.
Begin Januari wist Real Madrid hen op gelijkaardige wijze te verschalken. Doordat Gavi steeds uistapte richting Militão en Alaba, ontstond een 3 tegen 2 situatie op het middenveld. Frenkie De Jong en Busquets kwamen hierdoor steeds enkele meters tekort bij het druk zetten en Real kon vaak door het centrum uitvoetballen. In het volgend stadium speelden de kwaliteiten van de balvaste Benzema in combinatie met de snelle Vinicius perfect in op de defensieve zwaktes van Barcelona. Dit verklaart ook waarom Real, getroffen door de blessure van Benzema, geen deuk in een pakje boter kon slaan tijdens de Clasico eind maart. Ook de keuze om de snellere Araujo als rechtsback te gebruiken om Vinicius te neutraliseren pakte goed uit voor Xavi’s manschappen.
Zoals in de periode onder Guardiola, probeert Barcelona na balverlies zo snel en zo hoog mogelijk de bal te heroveren. Om dit te bereiken heeft Xavi zijn spelers de reflex aangeleerd om bij het verliezen van de bal niet te blijven staan sakkeren of terug richting eigen doel te lopen maar richting de bal te lopen. De spelers iets verder van de bal moeten ook vooruit lopen om de ruimtes te verkleinen. Zo zal je Busquets bij balverlies nagenoeg altijd eerst een stap vooruit zien zetten, ook al gaat dit in tegen het instinct om achteruit te kruipen. Op deze manier wordt de speler in balbezit onder druk gezet terwijl zijn ploegmaats zich nog in hun verdedigende positie bevinden. Guardiola noemt dit de vier-seconden-regel, waarbij de eerste vier seconden alles gedaan wordt om de bal te heroveren. Indien dit niet lukt, gaat Barça over naar zijn verdedigende formatie.
Aanvallend
‘Als wij de bal hebben kunnen hun niet scoren.’ Deze simpele quote van Johan Cruijff ligt aan de basis van Xavi’s speelstijl. Wanneer ze de bal heroveren, maken ze gebruik van numerieke superioriteit om de dominantie te behouden. De backs staan in de opbouw laag en ietwat naar binnen. Samen met Busquets kunnen ze met vijf steeds een vrije man vinden om onder de druk van de tegenstander uit te spelen en balbezit te behouden. De vleugelspelers plakken ondertussen aan de zijlijn om het veld breed te houden en ruimte te creëren in de halfspaces, waar de centrale middenvelders zichzelf proberen vrijspelen. In de spits houdt Aubameyang de centrale verdedigers van de tegenstander bezig. Vanuit deze klassieke 4-3-3 formatie, zoals in La Masia ook aan Xavi werd aangeleerd, tracht Barcelona balbezit te behouden en verder ten aanval te trekken.
Net zoals in de periode onder Guardiola, worden de vleugelspelers weinig bij de opbouw betrokken. Hun enige taak in de eerste fase van de aanval is het veld groot maken door breed te staan. Wanneer Barcelona echter in het laatste derde van het veld komt, mogen de aanvallers los komen van hun flank. Vanuit een één-op-één situatie mag de creativiteit van de flankspelers nu wel tot uiting komen. De vleugelaanvaller langs de andere kant moet naar binnen komen om gevaarlijk te zijn aan de tweede paal bij een voorzet.
Xavi houdt ook rekening met de kwaliteiten van zijn spelers. Daarom is het plan op de rechterflank en linkerflank niet identiek. Op de rechterflank worden vooral één-tegen-één situaties gecreëerd. De vleugelspeler probeert in het laatste derde ofwel naar binnen te dribbelen ofwel de achterlijn te halen en een voorzet te geven. De drie spelers die dit seizoen deze positie bekleden bij Barça, Ez Abde, Dembélé en Adama Traoré, behoren alle drie tot de vijf spelers met het meeste aantal dribbels per 90 minuten van de vijf grote competities. Waarschijnlijk is Traoré om deze reden door Xavi gehaald in januari, mede door het naderende vertrek van Dembélé.
Op de linkerflank zijn er twee varianten: bij de eerste variant blijft Ferran Torres breed op zijn flank en probeert hij met zijn snelheid gevaarlijk te zijn met een diagonale loopactie in de rug van de verdediging. De tweede optie is dat hij naar binnen komt als tweede spits, naast Aubameyang. In dit geval maakt Alba de overlap langs de flank om het veld breed te houden en voorzetten vanaf de achterlijn te geven.
Bij de andere variant komt Torres in het laatste stadium van de aanval naar binnen als tweede spits naast Aubameyang. In deze situatie rukt Alba op langs de flank om met een overlap gevaar te stichten, zoals hij al jarenlang gewend is te doen.
De grootste verandering qua type speler in de selectie kwam er met het aantrekken van Aubameyang. Sinds het aftakelen van Suarez had Barça geen klassieke diepe spits meer, die met zijn loopacties de verdedigers bezig kan houden en met zijn aanwezigheid in de box steeds voor dreiging zorgt. Aubameyang bewijst dat Barcelona zo’n type speler miste om de doelpuntenproductie op peil te houden, zeker na het vertrek van Messi: sinds zijn aankomst eind januari scoorde hij al 10 keer in slechts 14 wedstrijden, waarvan 9 keer vanuit het zestienmetergebied.

Ook in de opbouw is Aubameyang belangrijk. Door af te haken creëert hij centraal een numeriek overwicht waardoor een centrale verdediger van de tegenstander zijn positie moet verlaten. Vervolgens passt hij door naar één van de twee centrale middenvelders, vaak Frenkie De Jong, Pedri en/of Gavi. Deze posteren zich in de half-space dicht bij Aubameyang om als derde man aanspeelbaar te zijn en gevaar te creëren. Vooral Pedri bespeelt deze ruimte tussen de linies meesterlijk. Op deze manier ontstaat een voorlinie van vijf personen: Torres en Dembélé op de flanken, De Jong en Pedri in de half-spaces en Aubameyang centraal. Onder Koeman werden de half-spaces onderbenut waardoor Depay, die toen in de spitspositie speelde, op een eiland stond en veel balverlies leed.
Tactische flexibiliteit
Onder Xavi zijn de spelprincipes heilig. Zo werd Xavi razend kwaad op zijn spelers bij een 4-0 voorsprong in de Clasico omdat er onvoldoende druk werd gezet. Aan de formatie kan echter wel gesleuteld worden. Xavi schakelt soms over naar drie centrale verdedigers of laat Dani Alves als inverted fullback het middenveld ondersteunen, om zich aan te passen aan de sterktes en zwaktes van de tegenstander. Hiermee gaat hij in tegen voorzitter Laporta. Die zei eerder dit seizoen, toen Koeman nog trainer was, dat Barcelona altijd 4-3-3 moet spelen. Xavi toont dat hij ook in andere formaties het Cruijffisme tot leven kan brengen. Balbezit, hoge druk, overtallen creëren en de ruimtes bespelen blijven echter altijd fundamentele onderdelen van zijn speelstijl.

Op het einde van de wedstrijd durft hij zelfs overschakelen naar hoge voorzetten vanop de zijkant. Hierdoor is Barcelona de ploeg met het hoogste aantal kopbaldoelpunten van de Big Five Europese competities. De intussen bijna mythische Luuk De Jong draagt zijn steentje zeker en vast bij met reeds vijf rake kopballen.
De afgelopen jaren werd de tactiek van Barcelona eerder een puzzel van de aangekochte topspelers van Bartomeu en de onaantastbare aanvallers: Coutinho, Dembélé, Griezmann, Messi, Suarez, Depay,… Onder Xavi werden de rollen omgedraaid: de spelers worden gekozen in functie van de speelstijl en niet omgekeerd. De jonge garde - Garcia, Pedri, Gavi, Nico, Fati – krijgen volop de kansen in de speelstijl die ze kennen uit de jeugdopleiding en de Spaanse nationale ploeg. Ook de aankopen van deze winter - Alves, Torres, Aubameyang en Traoré - zijn geijkt op de speelstijl van Xavi. Spelers die niet in zijn systeem passen, zoals o.a. Depay, komen moeilijk aan spelen toe.
Na wat groeipijntjes in het begin van zijn regeerperiode is Xavi’s Barça nu al 15 competitiewedstrijden ongeslagen. Paradoxaal genoeg ligt vooral de verdedigende omschakeling, die voor meer druk zorgt, ten grondslag aan de terugkeer van het dominante, attractieve en aanvallende Barça-DNA.