top of page
< Back

Hoe Club Brugge Europa verovert

Louis Soetaert

25 okt 2022

Met 10 op 12 verbaast Club Brugge vriend en vijand door zich al na vier speeldagen te plaatsen voor de eerste knock-outfase van de Champions League. Dankzij een ijzersterke Mignolet en een stevige, verdedigende organisatie hebben de Bruggelingen als enige ploeg nog geen tegendoelpunt geïncasseerd. Terwijl de Brugse supporters nagenieten van de prachtige overwinningen en verder durven dromen, kijken we hoe Hoefkens deze historische prestatie klaarspeelde.

Asymmetrisch en flexibel

Hoewel Club vorig seizoen onder Schreuder de titel veroverde met een driemansverdediging, besloot Hoefkens om terug te grijpen naar een klassieke 4-3-3. Hierdoor werd met vier opgebouwd en speelde Club met een dubbele flank op rechts, aangezien Skov Olsen steeds zeer breed tegen de zijlijn bleef plakken.



Met deze aanpassing probeerde Hoefkens meer druk voorin te zetten. Omdat Skov Olsen niet meer als wingback alleen de volledige flank voor zijn rekening moest nemen, kon hij mee hoog druk zetten bij de opbouw van de tegenstander.


Hoge druk Club Brugge

Toch zorgde deze wijziging ook voor problemen. De tegenstanders ontdekten dat de positie van Mata een zwakke plek was in de opbouw. Aangezien hij tegen de zijlijn stond in de opbouw, kon hij makkelijk onder druk gezet worden. Hij kon uiteraard niet naar rechts spelen, verhinderd door de zijlijn, maar ook niet vooruit langs de flank, waar Skov Olsen de bal met zijn rug naar doel zou ontvangen en bijgevolg ongevaarlijk zou zijn. Hierdoor lokten de tegenstanders tijdens de opbouw de bal naar Mata, waarna ze druk gingen zetten, vaak met een verloren lange bal als gevolg.



Ook in de omschakeling zorgde de nieuwe formatie voor problemen. Bij balverlies stond Mata breed, waardoor de Brugse verdediging kwetsbaar was voor counters door het centrum. Hierdoor was het seizoensbegin moeilijk voor Hoefkens, met onder andere een nederlaag tegen Zulte Waregem.




Ook Hoefkens zag deze kwetsbaarheid in en schakelde voor het begin van de Champions League-campagne over naar een asymmetrische 4-3-3 met twee spitsen en Skov Olsen als rechtsbuiten. Hierdoor kon Club Brugge makkelijk schakelen tussen een opbouw met vier of drie verdedigers, afhankelijk van de tegenstander en de spelsituatie.


Door de blessure van Mata nam Odoi de rol van rechtsback over en gaf deze een andere invulling. Odoi kwam nooit hoog mee, maar zorgde dat de restverdediging op orde stond wanneer Club hoger op het veld probeerde kansen te creëren. Op de andere flank schoof Meijer hoog op, waardoor Brugge steeds vaker in een 3-5-2 kwam te spelen.


Ondertussen is de ploeg van Hoefkens zeer bedreven in deze flexibele speelwijze, waardoor ze op de sterktes en zwaktes van de tegenstander kunnen inspelen. Zo werd tegen Leverkusen vooral met vier spelers opgebouwd, waardoor Meijer en Odoi een aanspeeloptie gaven op de flanken, daar waar de wingbacks van Leverkusen er alleen voor stonden. Tegen Atlético Madrid werd gekozen voor een driemansverdediging, om steeds een overtal achterin te behouden tegenover de twee Madrileense spitsen.



Onder Hoefkens wordt er niet langer risico genomen achterin. Wanneer het niet lukt om uit te voetballen, is Mignolet zeker niet verlegen om een lange bal te trappen. Voor de verdediging is Onyedika steeds te vinden als aanspeelpunt. Sinds zijn aankomst blinkt hij uit met zijn voetballend vermogen en verdedigende capaciteiten. Zo staat hij in de top vijf van de spelers met het meeste aantal intercepties in de Champions League dit seizoen.


Omdat Meijer de volledige flank alleen voor zijn rekening moet nemen, komen Nielsen of Vanaken soms op de linkerflank staan tijdens de opbouw. Wanneer Meijer hoger staat, komen ze de bal als linksachter vragen, en wanneer Meijer laag mee opbouwt vullen ze de lege zone op de linkerflank in.


Daarbuiten krijgt Vanaken een vrije rol. Bij momenten komt hij de bal op de flank vragen, op andere momenten tussen de centrale verdedigers of gewoon op het middenveld. Zo is het zeer moeilijk voor tegenstanders om mandekking te spelen op het middenveld.





Op de rechterflank houdt Skov Olsen het veld breed. Met een individuele actie langs binnen of buiten moet hij voor gevaar proberen zorgen. Ook zijn vervanger tegen Atlético, Buchanan, is zeer dribbelvaardig. Hierdoor komt het meeste gevaar van Brugge vanop de rechterkant.


Omdat Skov Olsen rechts tegen de lijn plakt, ontstaat er vaak ruimte tussen de rechtsback en centrale verdediger van de tegenstander. De dynamische Nielsen moet deze ruimte proberen uitbuiten door voor diepgang te zorgen. Daarnaast probeert Nielsen, net zoals Vanaken, steeds in het zestienmetergebied aanwezig te zijn bij voorzetten. Op die manier kwam hij al enkele keren tot scoren of trekt hij de aandacht van de verdediging waardoor andere spelers een doelpunt kunnen maken, zoals bij het doelpunt van Skov Olsen tegen Porto.



Doordat Club met twee spitsen speelt en ook Nielsen en Vanaken vrij hoog staan, zijn er steeds meerdere spelers aanwezig tussen de linies. Zo probeert Club Brugge door het centrum te combineren met technisch vaardige spelers.


Met Sowah en Jutgla voorin beschikt Club over twee spelers die zowel in de bal kunnen komen als voor diepgang zorgen. Bovendien maken beiden deze loopacties steeds aan volle intensiteit, waardoor de tegenstander gedwongen wordt om zeer snel de beslissing te maken om mee uit te stappen of niet. Vooral de combinatie van één speler die in de bal komt en een andere die de diepte in duikt zorgt vaak voor gevaar in de rug van de verdediging.




Zo komen de kwaliteiten van Sowah in het nieuwe systeem veel meer tot uiting. Vorig jaar werd hij vooral als wingback gebruikt, waar hij vooral moest dribbelen en meeverdedigen. Doordat hij nu meer centraal staat, komen zijn sterktes naar boven: snelheid, verticaliteit en scorend vermogen. Ook bij OH Leuven brak hij door in deze rol, die hij vorig seizoen nooit vervulde in Brugge omdat hij op de flank geposteerd werd.


Compact en geduldig

Verdedigend stelt Brugge zich in een 4-4-2 op rond de middenlijn. Hierbij staat de verdedigende linie vrij hoog, waardoor de ruimtes tussen de linies klein worden gehouden. Ook het middenveld staat in de breedte vrij compact om passes door het centrum te vermijden. Vanaken en Skov Olsen zijn de buitenste spelers op het middenveld en durven bij momenten hoger opschuiven om samen met de spitsen druk te zetten.


Verdedigend in 4-4-2

Wanneer er toch een pass doorheen het centrum gespeeld kan worden, dekken de centrale verdedigers stevig door. Vooral Sylla twijfelt nooit om stevig door te dekken op de spits van de tegenstander, waardoor Brugge soms in de problemen komt. Daardoor is het zeer belangrijk dat het middenveld zo weinig mogelijk passes richting de spitsen laat versturen en de tegenstander richting de flanken dwingt.



Toch verloopt ook het verdedigende werk niet volledig symmetrisch. Wanneer de backs hoog meekomen, moet Skov Olsen mee achteruit om zijn flank te verdedigen. De linkerflank neemt Meijer alleen voor zijn rekening, waardoor Vanaken het centrum mee kan verdedigen.



Ook de spitsen worden ingezet om het centrum dicht te houden. Sowah en Jutgla houden vooral de verdedigende middenvelder onder bedwang en wachten op het ideale moment om hoger druk te gaan zetten, zoals bij een pass achteruit. In de Belgische competitie probeert Brugge steeds de opbouw van de tegenstander hoog te verstoren, maar in de Champions League kiezen ze voor een meer geduldige aanpak. Dit blijkt ook uit het aantal passes per defensieve acties die Club toelaat: gemiddeld 16.2 in Europa, maar slechts 9.1 in België.



Hoewel Hoefkens een duidelijk plan in de ploeg geslepen heeft, is het succes in Europa vooral toe te schrijven aan de efficiëntie in de twee strafschopgebieden. Club Brugge staat met het minste aantal Expected Points toch aan de leiding in hun groep. Dit is vooral de verdienste van een indrukwekkende Simon Mignolet, die als enige doelman in de Champions League al vier keer zijn netten schoon kon houden. Ook qua Prevented Goals is Mignolet dit seizoen de beste doelman in de Champions League, voor kleppers als Courtois en Alisson.



Na een moeilijk seizoensbegin kwam Club net op tijd op snelheid om uit te blinken in de Champions League. De zomertransfers Jutgla, Meijer, Onyedika en Nielsen blinken stuk voor stuk uit. Ook vorige winter werd al een stevige kwaliteitsinjectie gegeven met de komst van Skov Olsen, Buchanan, Odoi en Sylla, die nu volledig aangepast zijn. Zo wist Hoefkens met een duidelijk, flexibel plan en topprestaties van de ervaren Mignolet heel Europa te verbazen.


Data en beelden van Wyscout






bottom of page