Het succesrecept van Union ontleed
Louis Soetaert
20 jul 2022

Afgelopen seizoen keerde Union voor het eerst in bijna een halve eeuw terug op het hoogste Belgische niveau. Ondanks enkele goedkope maar vooral gerichte versterkingen werd hen een seizoen in de middenmoot voorspeld. Toch moest het Brusselse sprookje in het feeërieke Dudenpark toen eigenlijk nog beginnen. De titeldroom spatte pas tijdens de eindsprint uiteen in het Jan Breydel-stadion, nadat Union vele harten in binnen-en buitenland had doen smelten met een Leicesteriaans verhaal. In dit artikel proberen we het recept achter deze succesformule te achterhalen.
Verdedigen: een spel van organisatie, compactheid en geduld
Union is zeer georganiseerd en gedisciplineerd in het verdedigen. Dit betekent echter niet dat ze achteruit kruipen en als laag blok op hun eigen backlijn de aanvallen van de tegenstander proberen afweren. De middenvelders en aanvallers van Union positioneren zich iets hoger op het veld, meestal ter hoogte van de middenlijn. De centrale verdedigers van de tegenstander worden vrijgelaten aan de bal, terwijl de aanvallers van Union zich centraal opstellen. Op deze manier worden de passlijnen naar de verdedigende middenvelder afgezet. Vanzeir en Undav handelen hierin zeer plichtsbewust: je zal hen zelden buiten deze centrale zone zien wanneer de tegenstander probeert op te bouwen.
Aangezien de spitsen zich over de verdedigende middenvelder ontfermen, heeft Union steeds minstens een 3 vs 2 overtal in het middenveld: Teuma, Nielsen en Lapoussin of Lazare tegen de twee overige middenvelders van de tegenstander. Doordat Union het centrum van het veld overlaadt met spelers is het nagenoeg onmogelijk om doorheen het centrum op te bouwen. Wanneer een tegenstander toch een middenvelder probeert aan te spelen, wordt deze onmiddellijk omsingeld en belaagd door de strijdlustige middenvelders van Union. Ook de cijfers bewijzen dit: Teuma, Nielsen en Lapoussin staan in de top vijf van de spelers met de meeste defensieve duels in de Jupiler Pro League. Het middenveld stelt zich zeer compact op en schuift als blok mee van links naar rechts terwijl de bal achterin bij de tegenstander wordt rondgespeeld.
Ook tussen de verdedigende linie en het middenveld geeft Union zeer weinig ruimte weg. Nielsen patrouilleert in deze zone en afhakende aanvallers worden agressief gevolgd door de uitstappende centrale verdedigers. Aangezien Union steevast met drie centrale verdedigers aantreedt, houdt dit uitstappen minder risico’s in dan bij een viermansverdediging. Veel dominante teams die normaal gezien gretig van deze zone gebruik maken – zoals Club Brugge, Anderlecht en Gent – komen hierdoor tegen Union moeilijk in hun spel.
De verdedigende strategie van Union bestaat dus in de eerste plaats uit het dicht cementeren van het centrum. De centrale verdedigers worden gedwongen tot een lange bal richting de aanvallers of een pass naar één van de backs. Bij een lange bal proberen de grote, kopbalsterke verdedigers van Union het duel te winnen, terwijl de overige verdedigers en middenvelders zorgen voor een overtal rondom het kopduel waardoor de tweede bal gewonnen kan worden.
Union blijft zeer geduldig in zijn organisatie staan wanneer de tegenstander de bal achterin rondspeelt. Dit blijkt ook uit de PPDA-cijfers, waarin Union het hoogst scoort van alle clubs die in de top 6 eindigden afgelopen seizoen. Er is echter één ‘trigger’ waardoor Union wel uit zijn organisatie komt en de verdedigers, en in sommige situaties zelfs de doelman, van de tegenstander onder druk zet: een pass achteruit. In deze situatie stormen de spitsen richting de verdediger die de bal ontvangt vanuit het middenveld, terwijl ze de passlijn richting de verdedigende middenvelder blijven bezetten. In zo’n situatie rest voor de verdediger vaak slechts één oplossing naast een lange bal vooruit jassen: een pass naar de back.
Mazzù heeft zijn team echter ook op deze situatie voorbereid. Tegen ploegen die opbouwen met vier stapt de middenvelder aan de kant van de aangespeelde back, bv. links Teuma en rechts Lazare, uit om deze back onder druk te zetten. Tegen ploegen met een driemansdefensie stappen de wingbacks, links Lapoussin en rechts Nieuwkoop, uit. Dit is echter niet altijd zo’n specifieke tweedeling: afhankelijk van de tegenstander en situatie kan Union schakelen tussen deze manieren van druk zetten. In deze momenten van hoge druk probeert Union actief de bal te heroveren om vervolgens mits een snelle omschakeling gevaar te stichten.
Wanneer de tegenstander om één of andere reden het gedisciplineerde blok van Union weet te verschalken en in balbezit geraakt op de helft van Union, zakt de verdediging terug rond hun eigen strafschopgebied, met een verdedigende linie van 5 en een compact middenveld van 3. Deze drie middenvelders bewegen mee met de bal, waardoor het zeer moeilijk is om een gaatje te vinden. Deze gestructureerde formatie waarin iedereen zich zeer bewust is van zijn takenpakket zorgde ervoor dat Union het minste aantal schoten en doelpunten tegen kreeg afgelopen seizoen.

Aanvallen: direct en verticaal
Het meeste gevaar creëert Union in de omschakeling. Na balheroveringen, meestal in het centrum, maakt Vanzeir steeds onmiddellijk een verticale loopactie in de ruimte tussen de back en centrale verdediger van de tegenstander. In deze zone is er meer ruimte om aangespeeld te worden met een dieptepass dan in het centrum, maar is Vanzeir toch voldoende dicht bij het doel van de tegenstander om met een schot of voorzet gevaarlijk te zijn. Ook Undav begint in deze situaties onmiddellijk diep te lopen en komt op die manier vaak tot scoren door bij een voorzet in de rug van de verdediging aan de tweede paal op te duiken.
Union is in deze situaties zeer gevaarlijk doordat de restaanval goed staat: de spitsen, die zich centraal opstellen tijdens de opbouw van de tegenstander, zijn veel gevaarlijker bij counters doordat de weg richting doel veel korter is dan wanneer ze bijvoorbeeld vanop de flank zouden moeten vertrekken. Uiteraard is ook de passing van Teuma en de snelheid van Vanzeir een enorm wapen binnen deze speelstijl. Dit verklaart waarom Vanzeir beter tot zijn recht komt in een systeem met twee spitsen dan als enige spits of als flankspeler.
Ook wanneer Union opbouwt van achteruit gebeurt dit direct en verticaal, met een opvallend hoog aandeel voorwaartse passes voor een ploeg die zo weinig kansen weggeeft. De buitenste centrale verdedigers staan vrij breed terwijl Nielsen en Teuma zich op het middenveld aanspeelbaar proberen maken. Indien mogelijk wordt Undav aangespeeld met zijn rug naar doel, zodat de rest van de ploeg kan opschuiven richting doel van de tegenstander. Aangezien de centrale verdedigers van Union technisch niet de meest begaafden zijn, wordt de opbouw in grote mate verzorgd door Nielsen en Teuma.
Op de linkerflank probeert Union vaak met een overtal gevaar te creëren. Van der Heyden durft met de bal aan de voet in te dribbelen en zo hoger op het veld een onverwacht extra aanspeelpunt te vormen. Samen met Undav, Teuma en de wingback, Mitoma of Lapoussin, wordt zo een dominante spelsituatie op de linkerflank bekomen met als doel de dribbelvaardige Mitoma of Lapoussin in een één tegen één situatie te krijgen. Na een individuele actie proberen zij tot een voorzet te komen, bij voorkeur met een bal over de grond van aan de achterlijn. Voor doel wachten de twee spitsen om af te werken, terwijl ook een infiltrerende middenvelder (vaak Lazare) en de wingback van de contrakant, Nieuwkoop, in de zestien komen.
Aan de rand van de zestien staan Nielsen en Teuma, beide in de top vijf van spelers voor aantal afstandsschoten in 1A, klaar om de afvallende bal te winnen en te schieten of counterpressing uit te voeren. Hierdoor heeft Union steeds zeer veel spelers in en rond het strafschopgebied bij voorzetten, met vele kansen en doelpunten tot gevolg. Hoewel de spitsen van Union klein zijn, zorgen voorzetten in de lucht toch voor gevaar. Undav heeft het zevende meeste kopbalschoten in eerste klasse en is hiermee de enige speler kleiner dan 1m80 in de top 30.
Stilstaande fases
De aanvallende corners en vrije trappen van Union zijn vaak ingestudeerd. Dit is een handig wapen in gesloten wedstrijden waarin Union moeite heeft om kansen uit open spel te creëren. De hoekschoppen worden meestal inswingend richting de eerste paal getrapt, waar verschillende grote verdedigers van Union in overtal zijn tegen de zoneverdediging van de tegenstander. Door de kopkracht van de centrale verdedigers en de goede hoekschopnemers Teuma en Nielsen scoorde Union het derde meeste aantal doelpunten uit corners in de hoogste Belgische divisie.
Moris speelde een zeer sterk seizoen, met na Butez en Koffi het grootste aantal Prevented Goals, hoewel Union het minste aantal schoten tegen kreeg. Toch werd zijn zwakke plek uiteindelijk fataal voor de titeldroom van de Unionistes. Club Brugge ontdekte dat Moris wegens zijn geringe lengte kwetsbaar was bij corners die dicht bij doel gegeven werden. In Jan Breydel trapte Club elke corner steevast in de kleine backlijn terwijl de grootste spelers van stamnummer 3 de bal daar aanvielen. Moris, één van de kleinste doelmannen in eerste klasse, kon deze corners niet komen plukken vlak voor zijn eigen doelmond. De zoneverdediging van Union, die steevast opgesteld stond op de kleine backlijn, moest richting eigen doel stappen en was zo kwetsbaar tegen de inlopende Bruggelingen. Deze hoekschoppen leidden tot verschillende kansen voor Brugge en uiteindelijk ook tot het beslissende doelpunt van Buchanan.
De selectie van Union bestond voornamelijk uit twee soorten spelers. Enerzijds waren er de spelers die door andere clubs als onvoldoende afgestempeld waren: Moris, Van der Heyden, Nieuwkoop, Lazare, Vanzeir,… Anderzijds bestond de selectie voor een groot deel uit spelers die nog nooit in eerste klasse gespeeld hadden, zowel in binnen- als buitenland: Burgess, Kandouss, Nielsen, Teuma, Lynen, Lapoussin, Undav,…
Onder invloed van ‘gokwonder’ Tony Bloom, de eigenaar van de club die zijn rijkdom vergaarde door sportweddenschappen te winnen met behulp van statistieken, werd een datagerichte rekruteringspolitiek ingevoerd bij Union. Op deze manier kon Union spelers met het juiste profiel vinden, aangepast aan de speelwijze onder Mazzù. Deze spelers waren niet altijd de meest technisch onderbouwde spelers, maar dat was ook niet voor elke positie nodig binnen het Mazzùball dat gericht is op een goede organisatie en directe aanvallen. Ze waren wel stuk voor stuk meesters in het uitvoeren van hun taken. Hierbij loopt werkkracht als een rode draad doorheen de selectie, wat van Union één van de ploegen met de meeste defensieve duels in heel Europa maakte.
Ook met het oog op komend seizoen behoudt Union deze rekruteringsfilosofie. Viktor Boone bijvoorbeeld, is een jonge, Belgische verdediger die Union bij Deinze wegplukte. Deze speler heeft allround zeer positieve statistieken voor een centrale verdediger: goede pass accuraatheid gekoppeld aan een uitstekende duelkracht, zowel in de lucht als over de grond. Dit profiel past perfect binnen de speelstijl van Union en zijn data zijn te vergelijken met huidige Union-spelers zoals Kandouss en Machida.
Onder de nieuwe trainer Karel Geeraerts wordt verwacht dat Union dezelfde speelwijze zal behouden. Het wordt interessant om te zien hoe hij het verlies van belangrijke spelers zoals Undav, Mitoma en Nielsen gaat opvangen en of hij de tactische discipline, die cruciaal is binnen dit systeem, kan behouden.
Het zou goed kunnen dat we de Unionspeelwijze wekelijks op meerdere velden te zien krijgen. Mazzu zal bij Anderlecht proberen om een sterke defensieve organisatie neer te zetten met zijn 3-5-2 systeem, maar voert waarschijnlijk ook enkele kleine aanpassingen door. Of er ook aandacht zal zijn voor een dominantere speelstijl met meer balbezit, die eigen is aan het instituut Anderlecht, of Mazzu toch vasthoudt aan een directe manier van aanvallen blijft voorlopig nog een vraagteken.